Gerbert van Loenen
Iedereen moet over zijn eigen leven kunnen beschikken. Daarom moet euthanasie mogelijk zijn. Door het te legaliseren, kan bovendien wat anders in het geheim gebeurt worden getoetst. Deze twee hoofdargumenten van de Nederlandse voorstanders van euthanasie zijn door de Duitse Birgit Reuter in haar proefschrift nader bekeken, met de praktijk vergeleken, en uiteindelijk ontkracht.
Niet elke keer dat in Nederland een arts een patiënt 'helpt sterven', gebeurt dat op verzoek van de patiënt. Soms ook is het de arts die beslist dat het leven van de patiënt het leven niet meer waard is. Hoewel dat bekend is, wordt er in Nederland nauwelijks over gesproken en verdedigen velen het doden door artsen als toonbeeld van zelfbeschikking van degene die sterft. Reuter concentreert zich nu op de volgens Nederlandse onderzoek ongeveer duizend gevallen per jaar waarin iemand door een arts wordt gedood zonder daar zelf om te hebben gevraagd. Dat hierover in Nederland zelden wordt gesproken, komt volgens de onderzoekster doordat de voorstanders van euthanasie dergelijk niet-op-verzoek-doden hebben uitgesloten van het euthanasie-begrip, zonder erbij te vertellen waar het dan wel bij hoort.
In het Remmelink-advies worden ook artsen geciteerd die patiënten hebben gedood die daar niet om hadden gevraagd. Als argument noemen zij onder meer 'geen nodeloos vertragen van de dood', 'de familie kan er niet tegen', of 'de lage levenskwaliteit van de patiënt'.
Opmerkelijk zijn ook de gevallen waarin patiënten zijn gedood die daarom niet hebben verzocht, terwijl zij wel degelijk in staat zouden zijn geweest een wil te vormen en die ook te uiten. Argumenten die artsen opgaven om in dergelijke gevallen de patiënt toch te doden zonder hem eerst om zijn mening te vragen, waren onder meer dat de dood 'duidelijk het beste voor de patiënt' was, dat de te doden patiënt 'emotioneel te labiel' was of dat het 'meer na- dan voordelen' zou hebben gehad om de patiënt om zijn mening te vragen. Deze vorm van het niet-op-verzoek-doden van wilsbekwame mensen vond ook de commissie-Remmelink overigens te ver gaan.
Door euthanasie te rechtvaardigen in gevallen waarin de arts in een noodsituatie verkeert, heeft de rechterlijke macht een onbegrensbare situatie geschapen, meent zij, waarin euthanasie niet beperkt blijft tot mensen die daar vrijwillig, weloverwogen en herhaald om hebben verzocht. Het gevolg is dat in Nederland euthanasie op verzoek van de arts normaal is geworden, concludeert Reuter. ,,Vijf jaar na het bepalende besluit van de Hoge Raad stond vast, dat artsen in 1990 in totaal in meer dan duizend gevallen onvrijwillige en niet-vrijwillige euthanasie hebben gepleegd.
Reuter verwijt de artsenorganisatie met haar tuchtrecht niets te hebben gedaan om het niet-op-verzoek-doden te verbieden of te reguleren. Of een patiënt zonder dat te willen wordt gedood door zijn arts, ligt in Nederland enkel en alleen aan de integriteit van de arts, concludeert zij.
Van begin af aan hebben sommige voorstanders van euthanasie in Nederland ernaar gestreefd ook het niet-op-verzoek-doden te legaliseren, beweert Reuter.
Door de aandacht te vestigen op euthanasie-niet-op-verzoek, een vorm van doden die officieel in Nederland nog niet is toegelaten, heeft Reuter duidelijk gemaakt dat sommige voorstanders van euthanasie niet willen ophouden bij het doden-op-verzoek. Zij menen dat de mens een oordeel toekomt over de waarde van andermans leven. Dat tot nog toe in Nederland alleen het doden-op-verzoek is toegestaan, berust dan ook niet op de overtuiging dat het daarbij moet blijven, maar op de inschatting dat de tijd nog niet rijp is voor het legaliseren van het, intussen wel al gepraktiseerde, niet-op-verzoek-doden.
Dat intussen in het buitenland wordt gedaan alsof in Nederland uitsluitend mensen worden gedood die daar zelf om hebben verzocht, ligt mede aan de handige manier waarop Nederlanders hun euthanasiebeleid verkopen. ,,Opgemerkt zij dat Nederlandse auteurs van Engels- of Duitstalige publicaties meestal eropuit zijn de buitenlandse lezers hun scepsis tegenover de Nederlandse euthanasieregeling te ontnemen', schrijft zij.
Volgens Reuter maken de Nederlandse voorstanders van euthanasie-niet-op-verzoek een kardinale fout. ,,Het is niet de taak van de geneeskunde te bepalen welk leven het leven niet waard is of wanneer de last van het leven ondraaglijk is geworden', waarschuwt zij. Birgit Reuter heeft de kaasstolp opgetild.