Is er een "witte blik" in de gezondheidszorg?
Zorgpersoneel met een migratieachtergrond – van huisartsen, specialisten, bejaardenverzorgsters tot vroedvrouwen – heeft regelmatig te maken met discriminatie. Binnen de medische opleidingen en onder artsen domineert de witte cultuur. En ook patiënten worden getroffen door de ‘witte blik’. Wat is nodig voor een inclusieve gezondheidszorg?
Studenten en artsen van kleur ervaren discriminatie
Studenten met een migratieachtergrond voelen tijdens coschappen of onderzoeksstage geregeld dat ze er niet bij horen. Studenten en artsen van kleur ervaren binnen hun leer- en werkomgeving (onbewuste) discriminatie vanwege hun afkomst. Dit uit zich vaak in de vorm van ‘micro-agressies’, ongepaste en soms hatelijke opmerkingen, grapjes waartegen men zich moeilijk kan verweren.
Minder artsen met een migratieachtergrond stromen door naar specialistische vervolgopleidingen: zo’n 20 tot 30 procent van de studenten geneeskunde heeft een niet-Nederlandse achtergrond, tegenover 2 tot 4 procent van de specialisten. Deze constateringen wijzen op een nadelige impact dat van een dominante ‘witte cultuur’ binnen de medische opleiding.
Patiënten worden gediscrimineerd
Deze ‘witte blik’ treft eveneens de patiënten met een migratieachtergrond. Ook zij ervaren in de Nederlandse zorg discriminatie, hetgeen een negatief effect heeft op hun gezondheid. Artsen blijken in hun denken en handelen beïnvloed te worden door, vaak onbewuste, vooroordelen over afkomst waardoor bepaalde bevolkingsgroepen soms minder goede zorg ontvangen dan andere groepen.