De feiten Haga
2008 - Patiënte had toen geen angineuze klachten, was niet kortademig. Anamnestisch geen tekenen van links- of rechtszijdige decompensatio cordis behoudens een frequente nycturie.
2008
- September pacemaker. De
stimulatiemode is: DDDR bij een ondergrens van: 60 minl Medtronic.
2009 - Bij lichamelijk onderzoek bedroeg de bloeddruk 150/100 mm Hg, de hartfrequentie 84 slagen per minuut.
Verder werd bij het lichamelijk onderzoek geen afwijkingen gevonden.
Het elektrocardiogram toonde een goed functionerende DDD-pacemaker.
Al met al is er thans sprake van een bevredigende cardiale situatie bij een patiënte die hypertensie heeft op basis
waarvan een belangrijke linkerkamer hypertrofie zoals in het verleden Echocardiografisch is aangetoond.
2010 - Elektrocardiogram: goed functionerende DDD-pacemaker.
Conclusie: stabiele cardiale situatie bij patiënte bekend met DDD-pacemaker en thans goed
gereguleerde hypertensie. Zover mij bekend medicatie thans: Lasix, Aspro cardio 1 dd. 80 mg, Capoten 3 dd., Adalat oros 2 dd..
2012 - Bloeddruk 180/85mmHg, pols 60/minuut
saturatie 98% zonder zuurstof. Normale turgor
De feiten
Wij constateerden echter dat er een wezenlijk verschil is tussen het medisch rapport en advies van ARAG, opgesteld door hun medisch adviseur en dat van Achmea dat is opgesteld door een internist en bevestigd door hun eigen medisch adviseur.
De internist is terzake deskundig om te oordelen over het medisch-technisch handelen op het gebied van hoge bloeddruk en hartfalen. Het medisch advies van de medisch adviseur van ARAG wordt o.i. gekenmerkt door:
• een hoge mate van onzorgvuldigheid;
• een tendentieuze stijl van verslaglegging;
• een hardnekkig negeren van vaststaande feiten;
• het onvolledig citeren van de medicatie-anamnese in het medisch dossier;
• het weglaten van relevante medische kwalificaties. De medisch adviseur heeft nagelaten om enkele zaken te belichten die essentieel en relevant waren voor onze tuchtzaak. Een deugdelijk goed onderbouwd medisch rapport hadden wij tijdens de zitting van het Regionaal Tuchtcollege op 10 januari 2017 niet voorhanden.